Interview met Carien: Liefde is geen woord

 

Het is heel bijzonder dat iemand zoveel mensen in beweging brengt. Het maakt niet uit hoe,  je wordt geraakt, er gebeurt iets speciaals. Voor diegene die hun hart zoeken is het thuiskomen. Zo tastbaar dat je het bijna vast kan pakken, maar toch zo onbeschrijfelijk dat geen enkel woord in de buurt komt.

Echte liefde, niet van het vluchtige soort. De liefde die geen regels kent, geen voorwaarden en geen belangen. De enkeling die het geluk heeft om dit te mogen ontmoeten in zijn of haar leven voelt zich rijker dan wie dan ook. Wij hebben het geluk om zo iemand ontmoet te hebben. En dat geluk willen we delen.
We vinden het een eer om jullie te mogen introduceren aan Carien Hoekman. We hebben Carien een aantal vragen gesteld om kennis te maken met haar. Zo krijg je een kijkje in de keuken van een  waar leermeester.

 

Carien kun je ons vertellen wat het is dat je doet?
Eigenlijk doe ik helemaal niets.
Ik bepaal niets, ik stuur niets. Ik ervaar geen prestatie. Het is namelijk niet iets wat “ik” doe, het is gewoon zijn.
Er is geen woord te vinden voor wat ik doe. Als ik een woord moet noemen dan zal het ‘stilte’ zijn.
En vanuit die stilte of het niets, komt een respons. Dat gebeurt dan gewoon vanuit de natuur.

Wij zijn allemaal op zoek naar liefde en dat zit al in jezelf. Hoe komt het toch dat we dat niet kunnen ervaren? Het lijkt te zijn alsof je daar iemand anders voor nodig hebt. Ik kom je vertellen dat het echt in jezelf te vinden is. Het is mijn taak je stapje voor stapje steeds meer te confronteren met de werkelijkheid. Dat het niet bij een ander te vinden is.

De mind kijkt altijd in twee en wil zich afscheiden.
Kijk ik zal het je uitleggen:
Op tafel staat een blikje cola met een kleurrijke, schreeuwerige opdruk en een blanco mok.
Carien wijst naar het blikje en de mok.

Jij denkt dat je dit blikje bent en neemt allerlei rollen aan.
Maar in werkelijkheid ben je die blanco mok. Je bent die mok maar je gedraagt je als dat blikje cola.

En ik weet op de knoppen te drukken waardoor het blikje cola gaat ontploffen. Net zolang tot je ziet dat je de mok bent.
Mensen die bij mij komen die weten dat er een moment komt waarin je met jezelf geconfronteerd wordt. Zij weten dat dit nodig is om te bewegen.

De mind wil alles sturen en bepalen.
Stel je loopt ergens tegen aan in je leven dan zoek je naar een oplossing . Maar je hebt het niet voor het zeggen. Door stil te blijven, laat je de natuur zijn gang gaan.
Kijk: Iedereen wil vrij zijn, maar dan moet het wel op zijn manier. Dat is geen vrijheid. Dat is egoïsme. Want als iedereen het op zijn manier doet dan is er geen verbinding en verliezen we elkaar uit het oog.

Wat ik doe wordt niet altijd in dank afgenomen. Behalve als mensen wakker worden. Maar tot die tijd zullen mensen een haat-liefde verhouding met me hebben. Je bent jezelf aan het ontdekken hierin, het is een groei proces. Want wij managen onze mind niet, we zijn ermee geïdentificeerd.

Mensen zeggen zo snel: ‘ik voel liefde’ . Maar als ik iets doe wat je niet bevalt dan is er ineens geen liefde meer, dat kan natuurlijk niet! Liefde is constant en heeft geen voorwaarden. Maar dat is de ontdekkingsreis.
Het gaat erom dat je ‘echt’ bent. En ik test mensen net zolang totdat er ware liefde voelbaar is.

 

Wat beweegt je om deze liefde te verspreiden?
Van jongs af aan was er al een bepaalde helderheid in mij. Ik was al heel jong met liefde bezig. Ik weet ook niet hoe het kan, misschien uit een vorig leven of zo. Maar om me heen zag ik dat mensen dit niet hadden. En ik dacht dat ik raar was. Je moet je voorstellen dat je als kind dat contact voelt en dat je dat met niemand kan delen. En dat je wel weet dat het bestaat. Natuurlijk ga je dan op zoek naar iemand die dat ook zo voelt.

Jarenlang heb ik geprobeerd om mijn moeder hierin te bereiken en later mijn partner.
Maar zo werkt het niet. Men moet zelf willen bewegen.
Dit besef komt niet zo maar, daar gaat heel wat aan vooraf.

Het begon er bijvoorbeeld mee dat ik dacht: het kan toch niet zo zijn dat anderen mij zo kunnen raken, en ik dan helemaal van slag ben.
Het intrigeerde me zo dat ik op onderzoek ging. En dat deed ik door me steeds te laten raken. Ik zocht bijvoorbeeld mensen op die ‘ík’ maar lastig vond en ik zocht ze net zo vaak op totdat ik al de emoties die door me heen raasden, kon toelaten. Steeds weer opnieuw, totdat er niets meer van overbleef. Ik wilde gewoon vrij zijn. Dat is voor mij het allerbelangrijkste.

Ik voelde een drive in mij om dit te delen. Maar ik was nog zo bang om te spreken.
Ik wist dat als ik mijn mond zou open doen, iedereen bij me weg zou lopen.
Maar ik had niets te willen. Als je dit zo voelt dan moet je daarna luisteren. Je kunt je hiervan niet afwenden en de andere kant op kijken. Dan verloochen je het hart en het goddelijk in je.
Ik voelde wél dat ik wilde praten: er is een vuur in mij om mensen wakker te maken. Ik moet dit doen. Je moet de liefde delen. Het is mijn taak om daar als het ware te gaan staan, Hoe minder ‘ik‘ des te meer dit geboren wordt. Hoe minder ‘ik ‘ dat klinkt zo cliché hè, maar om dit te kunnen doen, moet je jezelf echt kennen. Je moet jezelf tegen durven komen. Al je principes, je angsten; je moet jezelf opgeven.

Alles van wat ik dacht dat ík was deed er niet toe. Ik ben namelijk helemaal niet iemand die in de belangstelling wil staan. Maar het ging niet om wat ik wilde , het ging om de boodschap.
Dit was een periode waarin ik helemaal alleen kwam te staan. Er was ineens helemaal niemand meer.

Dit werk kiest jou. Dat komt naar je toe. Je moet worden wie je bent. Dat geldt voor iedereen.

Carien, mijn vraag aan jou is: Ik ben op zoek naar liefde en dat zit al in mijzelf. Hoe kan het toch dat ik dat niet ervaar?
Als je zegt dat liefde in jezelf zit, waarom ervaar je dat dan zelf niet?

Hoe kan het dat je dit zegt?

Ja dat heb ik ergens gelezen.
Het is dus kennis waarin je blijft hangen. Die kennis moet weten worden, bewust worden.

Het brein denkt: Oké het zit in mij, maar ik ervaar het niet. En daarmee is de kous af. Je denkt: Ik ervaar geen liefde. En daar blijft het bij en je zoekt niet verder in jezelf, wat liefde werkelijk is.

Bedoel je dan dat ik er niet echt naar op zoek ga?
Wat het werkelijk is, daar ben je nog nooit bewust van geworden.

Je hebt een woord; in dit geval liefde. Dat kunnen we niet of maar tijdelijk ervaren omdat we een mening, overtuiging of een kleur hebben over wat het zou moeten zijn. Dat noemen we ook wel gedachtes. Met de manier waarop wij ons brein gebruiken kunnen we niet meer ervaren wat IS. En wordt de werkelijkheid overschaduwd door meningen, aannames, belangen en overtuigingen etc. Een gevoel van “ik” overheerst,

Hoe kan ik dan ervaren wat liefde is? Het is een vraag die al heel lang in mij leeft.
Natuurlijk wil je een pasklaar antwoord. Je hoeft geen raketgeleerde te zijn om te weten dat het zo niet werkt.

Al zou ik je uitgebreid vertellen over wat liefde werkelijk is, dan nog kun je het niet ervaren. Films, boeken en muziek, alles gaat zo’n beetje over de liefde. Kijk maar naar sprookjes en kinderfilms, daar zit de waarheid al in besloten.

Je zoekt het antwoord telkens buiten jezelf, maar je vraagt niet aan jezélf: wat is liefde nou écht?
Je zegt; mijn kinderen, mijn ouders en mijn partner. Maar dat zijn mensen in je leven maar niet jij.
Wat is liefde nou echt voor jou?
En dan kan de reis naar binnen beginnen of de reis kan daar stoppen, om vervolgens weer een boekje over liefde open te slaan. (Carien lacht)

Zelfs al stel je de vraag aan God: God, wat is liefde? Dan zal je het nóg buiten jezelf ervaren, alsof je tegen iemand anders spreekt. En zo ervaar je zonder dat je het weet heel lang alles buiten jezelf.

Het geheim van de smid is dat het allemaal binnen in jou zit.

Wil je ontdekken wat liefde is? Ga dan volledig van een ander houden. Het maakt niet uit van wie of wat maar geef jezelf helemaal. Dan zal je weten wat liefde is.

Kun je iets vertellen over je zoektocht naar een meester.
Nee, ik heb geen meester. Ik moest de meester in mijzelf ontdekken.

Er was wel een zoektocht naar een meester.
Ik was op zoek naar de liefde en zocht dat in een ouder en wijzer iemand.
Een meester die echte liefde uitstraalt.

Men gaat in de leer om te dienen. Dienen wat groter is dan het “ik”.
Maar eigenlijk was het er al: ik was mijn hele leven al aan het dienen.
Het was alleen niet dat ik ergens in India op de grond lag te dweilen of zo. Nee ik deed dat in Nederland. (Ze lacht)

Nee een levende meester waarbij ik in de leer kon gaan, die heb ik niet gevonden.

Zijn er meesters die je dan ervaart?
Ja uiteindelijk is dat toch Jezus. Je ontmoet hem in je hart; je ervaart echt waar van hij van sprak. Maar hij leeft niet meer.

Ik had graag een levende leraar gewild want met een levende gids kom je zo dicht bij de aarde, bij het menselijke, het alles omvattende en ook het onvermogen van de mens.
Alles waar de meeste mensen voor weglopen; daar loop ik niet voor weg.
Daar loop ik naartoe. Jezus is natuurlijk door iedereen verraden en toch had hij ze lief.
Ik heb nog geen mens gevonden die dat kaliber heeft. Maar ik wil niet dat kerkelijke erbij. Nee dat hoeft niet.
Er zijn heel veel meesters die ik hier voel. (Carien wijst naar haar hart)
Iedereen die wakker is, bekend of onbekend. Ze zijn hier en dat is ook het enige wat ik volg. We spreken allemaal uit dezelfde bron. Als je wakker bent spreek je uit dezelfde bron.

Nu ben je zelf een gids voor velen. Kun je daar iets over vertellen?
Andere mensen herkenden het al in mij. Leraren van mij die zeiden: ’Ja maar jij bent de leraar, jij bent dat zelf’.
Ik had dat zelf niet door. Eerlijk gezegd wilde ik het niet. De verantwoording vond ik veel te groot. Bovendien was ik toen nog zo gefocust op: ‘ik kan dit niet’ en voornamelijk op ‘ik mag dit niet’.

Ik had toen nog een diepe overtuiging, want ik dacht; dit mogen alleen de Groten der Aarde. Om Gods woord te vertolken moet je echt heel groots zijn dacht ik. Dát mag je niet zomaar doen.

Wat was dan de omkeer dat je toch bent gaan spreken?
De omkeer kwam door een visioen over Jezus.
In mijn visioen zag ik een gouden kamer met een grote tafel. Aan deze tafel zaten alle meesters. Jezus zat aan het hoofd van de tafel en wenkte mij ‘kom erbij’. En ik was heel verlegen, ik stond in de hoek van de kamer, zo van… nee, nee. Nee ikke niet.
Hij wenkte mij: ‘Kom nou maar’.

Het was mijn grootste les om te erkennen dat ik ervoor moest gaan staan.

Een meester die je gidst en steunt, die heb ik stiekem wel gewild. Nu niet meer. Het kán wel maar het is niet nodig. Het is niet voelbaar in mij.
Ik zie ons allemaal als één. Ik voel één hart, één grote intelligentie.

Wie is er geschikt om bij jou in de leer te gaan?
Iedereen met een kloppend hart kan dit doen, dus het is voor iedereen geschikt.
Maar niet iedere gids resoneert met jou.

Als je nog gezalfd wil worden met mooie woorden dan zal je daartoe aangetrokken worden. Daar is niets mis mee hoor, alles heeft zijn functie.

Alleen diegenen die moe zijn aan mooie woorden kloppen bij mij aan. Want ik ben niet gemakkelijk voor je ego. Want ik kan geen nonsens accepteren.
Bij mij kom je power tegen. Ik kijk naar de feiten.
Het leven geeft jou de richting aan en ik ben er om jou die kant op te laten kijken en dat is al moeilijk genoeg. In eerste instantie wil je niet kijken, en wil je maar je eigen richting blijven volgen.

Mensen die bij mij leven, leren te zien dat je de hele dag overal iets uit kunt halen. Awareness ervaar je niet enkel in Satsang maar door de hele dag heen.
Overal zitten levenslessen in. Zelfs in de pijn zit kleur. Het is de kunst om te zien wat het is.
En er geen mening over hebben. God zit overal in. Zelfs in het kleinste takje.
Dit kun je echter alleen voelen als je echt kijkt. Daarvoor moet je voorbij aan de logica. Want logica en awareness gaan niet samen.

Logica is hartstikke fijn als je bijvoorbeeld iets wil bouwen, bij alle praktische en logische dingen.
Als je mij probeert te begrijpen vanuit enkel logica, dat gaat je niet lukken. Het is niet te snappen, je kunt het alleen ervaren.

Wat maakt jou uniek?
Uniek? Carien kijkt bedenkelijk.

Je kunt helemaal niet van jezelf zeggen dat je uniek bent. Je kunt niets claimen.

Ik zie wel wat God dóet en wat het ís, ja dat is wel heel erg uniek. Daar krijg ik tranen van in mijn ogen .
Als God een stem zou hebben zoals een man met een baard zou hij zeggen: ‘ het is niks uniek’,
‘ik ben jou, jij bent mij.’ Zou hij zeggen. Dus er is niets uniek. Je bént gewoon.

En dát maakt het uniek. Authentiek kan je beter zeggen. Helemaal zijn met Isness, met het Goddelijke.

Wat bedoel je dan met uniek?
Iedereen doet heel erg zijn best om uniek in iets te zijn. Je wilt de béste zijn. Je wilt je onderscheiden, en daar uniek in zijn.

Ik spreek meer over uniek zijn in het zijn. Ik vind het echt geweldig wat er gebeurd. Dát is uniek. Dat het allemaal ís.

Maar het is zo bijzonder, je voelt je heel bijzonder, ieder is zo uniek. Mooji is natuurlijk anders dan dat ik ben. Sadghuru is totaal weer anders. Zo is iedereen uniek in zijn zijn. Jij bent toch ook uniek? Dat is dat specifieke dingetje. Jij bent iets wat jij bént..

Ja dat zie ik, dat iedereen uniek is. En misschien is het wel uniek dat ik zie wát uniek is in mensen. (Ze lacht).

Awareness is gewoon het aller belangrijkste. Je Sadhana moet op nummer één staan. Je zal God moeten vinden in jezelf en tijdens die Sadhana leer je dat je niet alleen bent.

Dit gesprek heeft rechtstreeks mijn hart geraakt en dat is met geen pen te beschrijven. De waarheid is niet in woorden te vangen, maar in de bezieling en liefde waarmee Carien spreekt.